woensdag 12 mei 2010

De onschuldige kiem van een ziekelijk verlangen

Het begon in 1973 toen ik als zevenjarig jochie een boek kreeg, Europa Cup '73, dat gemaakt was naar aanleiding van Ajax' successen. Het was een hardkaften band dat opende met: Ajax won de cup en Sjakie was erbij. Vervolgens werd de historie van de Europa Cup van 1955 tot 1973 uit de doeken gedaan. Wat begon met zes maal Real Madrid, eindigde met vier maal een Nederlands succes. Krap twintig jaar historie met een tot de verbeelding sprekende climax.

De conclusie leek me duidelijk, de Nederlanders hadden het moderne voetbal uitgevonden en vanaf nu zouden we altijd winnen. Tot nu had ik het allemaal gemist, maar vanaf hier zou ik, net als Sjakie, erbij zijn. Wat was het eerste evenement? De Europa Cup finale van 1974, ontging me en zodoende bracht de kalender me tot het WK.

En daarover, uiteraard, later meer.

Afbeelding van het Ajax Museum.

De realiteit niet uit het oog verliezen

Als je terugkijkt naar al die ellendige uitschakelingen uit het verleden, moet je achteraf toegeven dat er al wel aanwijzingen waren dat het ook fout kon gaan. Als je nou wilt proberen om niet opnieuw krankzinnig optimistisch te worden, is het belangrijk om die aanwijzingen meteen op te pikken en niet zo gretig te vergeten als je vroeger steeds gedaan hebt.

Er is al een eerste signaal dat het fout kan gaan nu in 2010. Zo komt de inspanningsfysioloog Raymond Verheijen in Voetbal International aan het woord. Hij stelt daar dat de verblijfplaats voor Oranje in Zuid-Afrika verkeerd gekozen is. Ons voetbalelftal zal verblijven in Johannesburg dat op 1700 meter hoogte ligt. Hoe hoger de plaats, hoe ijler de atmosfeer, wat inhoudt dat er minder zuurstof aanwezig is. Het effect hiervan is dat sporters die op die hoogte verblijven meer tijd nodig hebben om te herstellen van hun inspanningen. Verheijen voorspelt daarom dat de spelers op termijn in het toernooi energie te kort zullen komen.

In plaats van Johannesburg had de staf, aldus Verheijen, beter een locatie op 1100 meter kunnen kiezen. Je vraagt je wel af hoe het dan zit met wielrenners die op hoogte-stage gaan voor de Tour de France, maar ik wil niet proberen om van een signaal dat mijn beide benen op de grond kan houden, iets te maken dat dan toch weer het tomeloze optimisme gaat voeden.