Lopende door de geschiedenis, is het teleurstellingen troef van 1978 tot 1988. Wie vergeet bijvoorbeeld Spanje-Malta? Bij het EK van 1988, gingen we echter weer hopen. Ik zie me nog met een vriend zitten in een souterrain in Amsterdam, kijken naar het wedstrijdschema. Er was nog geen bal getrapt of we kwamen tot de conclusie dat Oranje kon winnen, zou winnen.
Het feit dat oranje ook won, laat ogenschijnlijk zien dat het voor deze dwaze optimisten ook wel eens goed kan gaan, maar het geheugen wordt al te gauw opgesmukt. Wat me is bijgebleven zijn het soevereine verdedigen van Koeman en Rijkaard, de formidabele doelpunten van Van Basten en meer van dat fraais. Het EK van 1988 ligt in de ziel verzonken als een en al euforie. Maar niets is minder waar.
Gemakshalve wordt vergeten dat we begonnen met 1-0 verliezen van Rusland. Dat we diep in de tweede helft tegen Engeland nog op 1-1 stonden - terwijl we moesten winnen. Dat tegen Ierland de bal er niet in wilde. En dat Van Basten de Duitsers pas verschalkte in de laatste minuten. Van de vijf wedstrijden die Nederland in 88 gespeeld heeft, zaten we er vier met de billen tegen elkaar.
Niet de finale, maar de wedstrijd tegen Ierland is eigenlijk de wedstrijd van het toernooi. Dat zouden we moeten onthouden. Maar we zijn vergeten dat een bal van McGrath door Van Breukelen ternauwernood van de lijn werd gehaald. En het doelpunt van Kieft was een doldwaze carambole die er 90 van de 100 keer niet ingaat. En die van de overige 10 keer, 9 keer wordt afgekeurd wegens buitenspel. Zo ontstaat een vals geheugen, dat voeding geeft aan de valse hoop, aan het idiote optimisme, en dus, onafwendbaar leidt tot de smadeloze val.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten