donderdag 13 mei 2010

Zijn we er toch ingetuind

Over 1974 hoef ik natuurlijk niets te zeggen. Die kater is zo erg dat het pijn doet tot op de dag van vandaag. Het is ook een voorbeeld van het gegeven dat Oranje vandaag de sterren van de hemel kan spelen en morgen toch uitgeschakeld kan worden. Ikzelf in 1974, zag dat absoluut niet. Voor het eerst was ik erbij, ik zag alle wedstrijden en er werd af en aan gewonnen. (Zie deze fansite, die weliswaar in het engels is, maar het allemaal mooier en beter vertelt dan wie dan ook.) Kortom, wij konden niet verliezen.

En dan komt dit:


Je hoort het Herman Kuiphof zo dringend zeggen: Zijn we er toch ingetuind! Maar waar zijn we nou ingetuind? En wie zijn wij?

Is het team erin getuind? Heeft het zich in de luren laten leggen door het onverzettelijke, degelijke, maar toch zo smakeloze Duitse voetbal? Ach, was het maar zo simpel.

Zijn wij er als Nederlanders, spelers, journalisten en supporters incluis ingetuind? Maar waar zijn we dan precies ingetuind? In onze overmoed? Dat we dit wel even zouden winnen? Zeker als we binnen een minuut met 1-0 voorstaan? Dat komt al meer in de buurt.

Ik zou willen zeggen, het team zal zoiets niet denken, of in ieder geval, echte professionals mogen zoiets niet denken. En journalisten ook niet. En argeloze toeschouwers die ook eens een keer een wedstrijd kijken, want jeetje, er schijnt iets aan de hand te zijn, mogen zoiets wel denken, maar om nou te zeggen dat ze er dan zo smadeloos intuinen, dat gaat te ver.

Nee, degene die erin getuind is, ben ik. Dat zijn jullie die begrijpen waar ik over schrijf. Wij dus. Wij zijn erin getuind en niet alleen in 1974, sindsdien zijn we er minstens elke twee jaar weer ingetuind. Wij staan onszelf toe om de zoetste dromen te koesteren, wij mogen huizenhoge verwachtingen hebben, wij mogen ons aan het zoet van elke overwinning grenzeloos bezatten, maar we vergeten al te gretig dat het ook fout kan gaan. Daar mee houden we onszelf voor de gek. Daarmee rennen we de afgrond tegemoet. En als het onvermijdelijke gebeurt, dat we er toch weer uitliggen en dat we in dat gapende gat vallen, dan zegt Herman Kuiphof met recht weer opnieuw: Zijn we er toch ingetuind!

Geen opmerkingen: